De geschiedenis

De begraafplaats van Hillegersberg ligt op een zandheuvel die sinds mensenheugenis uitsteekt boven de veengronden. Vermoedelijk is de donk sinds prehistorische tijden het enige plekje waar men de doden droog ter aarde kon bestellen in het moerasgebied.

Legende

Volgens de legende zou Hillegond de Reuzenmaagd de zandheuvel hebben opgeworpen. Met een schort vol zand op de weg van de kust naar huis struikelde zij over het lijk van haar minnaar. Het zand viel uit haar schort en op de aldus ontstane heuvel is het kasteel gebouwd. Het wapen van Hillegersberg toont de maagd met haar schort vol zand.

De Romeinen hebben deze plek bewoond, zoals blijkt uit vondsten van Romeins aardewerk en munten. Rond het jaar 990 had graaf Dirk II hier een versterkte woonplaats, die in de 13e eeuw werd vervangen door een bakstenen kasteel en een kerkje.

Kerk en kasteel werden in 1426 verwoest door "Capiteyn Nagel en sijne Roovers". Willem Nagel was hoofdman van Jacoba van Beieren. Het kasteel werd niet meer opgebouwd, maar de kerk werd hersteld met stenen van het kasteel.

De begraafplaats

De oudste vermelding gaat terug tot 12 juni 1565. Er werd begraven in de kerk, binnen de kerkmuur en in de ruïne. Vanaf 1 januari 1829 mocht niet meer begraven worden in kerken. Ook was het in steden en dorpen met meer dan 1000 inwoners niet langer toegestaan binnen de bebouwde kom te begraven. Daarom moesten de plaatselijke besturen een begraafplaats laten aanleggen. In het dorp Hillegersberg was geen geschikte plaats aanwezig, maar de zandheuvel rond de oude kerk voldeed uitstekend. In 1832 werden de eerste van vijftien grafkelders gemetseld in kasteelruïne. 

In 1910 viel het besluit om, vanwege het groeiend aantal inwoners van Hillegersberg, de begraafplaats naar de zuidzijde –buiten de kerkmuur- zou worden uitgebreid. Op 12 april 1913 werd er toestemming verleend tot verdere uitbreiding. De ingang werd verplaatst naar de zuidkant, aan de huidige Bergse Dorpsstraat. Er werd ook in 1913 een wachtlokaal gebouwd dat inmiddels weer is verdwenen omdat er meer ruimte nodig was om te begraven. Het gebouw wat nu als kerkkantoor fungeert, heeft lange tijd gediend als woning voor de doodgraver.

De kerk, de ruïne, de muur en het hek van de oude ingang zijn Rijksmonumenten.

In 2018 heeft het College van Kerkrentmeesters een urnenmuur gerealiseerd, hiermee hoopt de begraafplaats ook in de toekomst aan de wensen van de gebruikers van de begraafplaats te kunnen voldoen.